Marretien Adriaans
Marretien Adriaans ,
geb. in 1675,
184-3175; 10-09-1700,
ovl. op 14-06-1700 te Huijsen; DTB-12-Begraven-Impost: f 3,-,
, -
ONA-3716A056: 06-11-1698: Huwelijkse voorwaarden tussen Cornelis Jacobsz Bout jonghman geassisteert met zijn zwager Pieter Jansen Schram ter eenre en Marritje Adriaans jonghedoghter geassisteert met haar zwager Jan Verbeeck.- Vader:
Adriaen Gerritsz Jes Jonge de, zn. van Gerrit Jacobsz Jes Jonge de en Aaltien Adriaens ,
geb. in 1645 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1670-71,
ovl. in 1675 te Huijsen; Koptienden Laatste: 1686-47,
, -
AERJAN / ADRIEAEN / ADRIAEN / ADRIEIJAN GERRITSEN JES
Huizen Koptienden (1670-71 1686-47):
1670-71: v. Lambert Jansz Swart 7 cop
- v. Toenis Jansz Panne 3/4
- Situatie: 7 cop 3/4
1674-57: v. Dirck Lambertsz 7 cop
- Situatie: 1 Spt 6 cop 3/4
1675-57: v. Elbert Jansz Swart 4 cop 1/4
- Situatie: 2 Spt 3 cop
1686-47: op Jacob Cornelisz Wijch 4 cop 3/4
- op Claes Meeuwisz 1 Spt 6 cop 1/4
-
ORA-184-3227A067/068; 22-06-1667: Verclaerden Jan Jansz als weduwnaer van Gerrittgen Claes aen d'ene @ Jan Lambertsz Swart schout des dorps huijsen als halve broeder @ Marten Lambertsz mitsgaders Gijsbert Elbertsz (Deult) als oomen van
s'moeders sijde @ te samen als vooghden van twee kinderen bij de voorn Jan Jansz aen Gerritje Claes sijn huijsvrouw verweckt
-
ORA-184-3227A071: 12-03-1669: Huwelijksakte Adriaen Gerritsz Jes jongman tot huijsen @ Rutien Lamberts jonge dochter mede aldaer; Gerrit Jacobsz de Jonge als vader van voorn Adriaen Gerritsz Jes aen d'ene mitsgaders Jan Lambertsz Swart schout
deses dorps en broeder van de voorn Ruttgen Lamberts als oock Marten Lambertsz @ Gijsbert Elbertsz Deult, oomen van deselve Ruttgen Lamberts aen d'andere sijde
-
ONA-3669A177; 31-03-1674: Huwelijkse voorwaarden tussen Hendrick Lambertsz weduwnaar van Teuntge Goossens ter enen en Oettgen Jansen weduwe van Jan Lambertsz Zwart in zijn leven schout tot huijsen aan d'andere; Adriaen Gerritsz en Jan Cornelisz
buurluij tot huijsen als getuijgen
-
ORA-184-3214A005; 31-03-1674: Akte van bewijs. Alsoo Jan Lambertsz Swart in sijn leven schout van Huijsen deser wereldt overleden sijnde, nagelaten had vijff (5) kinderen geprocreeert bij Oetge/Oetje Jans, die wenst een nieuw huwelijk aan te
gaan met Hendrick Lambertsz ter eenre en Adriaen Gerritsz mitsgaders Jan Cornelisz als voogden over de voorn. nagelaten weeskinderen van Jan Lambertsz Swart aan de andere zijde. dat zij voorts aan haar 2 zonen en 3 dochters geprocreeert bij Jan
Lambertsz Swart. En voorts wat haar aanbestorven is door het overlijden van Bijttgen Everts weduwe van Elbert Jansz Swart
-
ORA-184-3172; 23-01-1676: Marten Elbertsz noe uxoris cum secijs ? erfgenaem van Stijntge Joosten eijsscher CONTRA Hendrick Lambertsz als getrout hebbende de weduwe van Jan Lambertsz Swart @ Ruttge Lamberts (Swart) weduwe van Adriaen Gerritsz
(Jes ?) de Jonge erfgenamen van Lambert Jansz Swart; betreft betaling van f 32 ter saecke van seeckere schepenkennisse in dato 17-12-1596
-
ORA-184-3172; 14-03-1680: Jan Pietersz Schram als vooght over de kinderen van Claes Pietersz; hendrick Lambertsz noe euxoris en vooght over de kinderen; Willem Evertsz als vooght over de kinderen van Jannetge Claes, Jacob Zijbrantsz, Jan
Harmensz, Rutie Lamberts (Swart) weduwe van Adriaen Gerritsz Jes, Melisje Elberts (Vos) als moeder en vooghdes van haere kinderen geprocreert bij Lambert (Tijmens Swart) enz eijsschers CONTRA Jannetie Lamberts Weduwe van Lubbert Rutten,
mitsgaders Rut Lubbertsz soon en erfgenaem van deselve sijne vader gedaagde.
De eijsscher seijde dat Lubbert Rutten zaliger staende huwelijk met de gedaegde in desen van Elbert Jansz Swart haeren pre-doesseur ?? hadt opgenomen en op Interest ontfangen een somma van f 782 van een obligatie d.d. 12-03-1665 @ alsoo een
vrouwe gehouden is te betalen de helft van de schulden staende huwelijck gemaeckt, mitsgaders een soon als Erfgenaem van sijn vader voor de wederhelft
-
Naarden-OAH-214-Quohier zout en zeep; 09-05-1680: De weduwe v.Adriaen Gerritsz; Capit:1/4; Koehoudster; Zout: vat 1/8; v: 1, kb: 2, ko: 2; Personen: 4
-
ONA-3708A044; 12-12-1680: Jan Pietersen Schram als vooght over de kinderen van Claes Pietersen, Hendrick Lambertsen nominus uxoris en voogd over desselfs kinderen
- Willem Evertsen en Tijmen Pietersen Schram als vooghden over de kinderen van Janne Klaes, Jacob Sijbrantsen, Jan Harmesen, Rutjen Lamberts weduwe van Adriaen Gerritsen Jes, Melisje Elberts Vos als moeder en de vooghdesse van haer kinderen
geprocreeert bij Lambert Tijmesen Swart en verklaarden gesamenlijk machtig gemaakt te hebben Abraham Selkart van Wouws procureur in de zaak jegens Jannetien Lamberts weduwe van Lubbert Rutten mitsgaders Rut Lubbertsen zoon en erfgenaam van
deselve zijn vader
-
ONA-3709A39; 26-09-1681: Tijmen Pietersen Schram, Melisjen Elberts Vos weduwe van Lambert Tijmesen Swart jegenwoordig getrouwt met Jan Lambertsen Smit, Rutje Lamberts weduwe van Adriaen Gerritsen en Jan Harmesen van Hattum mitsgaders Hendrick
Ebben en Harmen Jacobsen jegenwoordige scheepenen alle woonende tot huijsen, verklaarden op verzoek van Claes Pietersen Schram en Jan Cornelissen Kleijn mede woonende tot huijsen, dat zij van Rut Lubbertsen na het overlijden van zijn vader
Lubbert Rutten, wegens seeckere obligatie bij deselve sijn vader gegeven ten behoeve van Elbert Jansen Swart ter somme van f 782; 10;- in dato 12-03-1664 zij niet alleen rente hebben ontvangen maar ook een deel van het capitaal door Rut
Lubbertsen is betaelt en afgelost; getuigen Jan Barentsen Paes en Hendrick Lambertsen
-
ORA-184-3173; 23-061682: gehoort de pleijdoijen in de sake tusschen Pieter de Clercq eijsscher en Rutgen Lamberts (Zwart) weduwe van Adriaen Gerritsz Jes m.b.t. kopen van hantschoenen
-
ORA-184-3218A039; 01-04-1726: Lambert Willemsz Keijer (63) oud schepen alhier, Elbert Cornelisz Vos (60) mede alhier woonagtig, verklaarden ter requisitie van Lambert du Pré getrouwt met Aaltje Gijsbertsz Cos, wonende tot Sardam, mitsgaders
tern versoeke van Jan Adriaansz Jes als mede van Adriaan Lambertsz Jes wonende binnen dese dorpe Huijzen, dat sij seer wel hebben gekent en famillaire ommegang hebben gehad met Gijsbert Evertsz Cos en Rutje Lamberts (Swart) egtelieden, welke
egtelieden sij comparanten ook wel seer weten dat bij den anderen hebben geteelt en nagelaten is, een soon en een dogter genaamt Evert Gijsbertsz Cos en Aaltje Gijsbertsz Cos, sijnde de voorn: Evert Gijsbertsz Cos so sij bij gerugt hebben
gehoort in de Jaare 1707 voor de Camer van Enckhuijzen gevaren naar Ootsindie en aldaar nu enige tijd geleden overleden, en de voorn: Aaltje Gijsberts Cos, getrouwt en woonagtig te sijn tot Sardam, en wijders comparanten seer wel weten dat uijt
het voorsz huijwelijk geen andere kintkinderen sig bevinden, en mitsdien dat de voorn: Aeltje Gijsberts Cos de enigste suster is van de voorn. Evert Gijsbertsz Cos.
- Dat comparanten ook wel weten dat de voorn: Rutje Lamberts (Swart) alvorens het voorgemelde huijwelijk met Gijsbert Evertsz Cos, getrouwt is geweest met Adriaen Gerritsz Jes uijt welk huijwelijk geteelt en nagelaten sijn twee kinderen, met
name Jan Adriaansz Jes mede requirant in dese, en Lambert Adriaansz Jes welke alhier overleden zijnde nagelaten heeft een enige soon genaamt genaamt Adriaan Lambertsz Jes, welke is de laasten requirant en sulks dat de voorn: Jan Adriaansz Jes,
mitsgaders de voorn: Adriaan Lambertsz Jes de enige halve broeder en halve broederssoon is van de voorn: Evert Gijsbertsz Cos. Verder geen andere broeders of susters soo hele als halve of descendenten van dien (zie ook A060 en A062),
tr. op 01-04-1669.
- Moeder:
Ruthien Lamberts Swart, dr. van Lambert Jansz Swart en Gerritje Claes ,
ovl. te Huijsen; < 1699 ?; 184-3175; 25-04-1699,
, -
ORA-184-3227A067; 22-06-1667;
-
ORA-184-3227068; 22-06-1667;
-
ONA-3669A103; 31-12-1667
-
ORA-184-3227A071:12-03-1669:Huw.v.w.;
-
ORA-184-3227A073:12-03-1669:Huw.v.w.;
-
ONA-3708A44; 12-12-1680
-
ONA-3709A39; 26-09-1681
-
ORA-184-3175; 25-04-1699
-
ORA-184-3218A039; 01-04-1726: Lambert Willemsz Keijer (63) oud schepen alhier, Elbert Cornelisz Vos (60) mede alhier woonagtig, verklaarden ter requisitie van Lambert du Pré getrouwt met Aaltje Gijsbertsz Cos, wonende tot Sardam, mitsgaders
tern versoeke van Jan Adriaansz Jes als mede van Adriaan Lambertsz Jes wonende binnen dese dorpe Huijzen, dat sij seer wel hebben gekent en famillaire ommegang hebben gehad met Gijsbert Evertsz Cos en Rutje Lamberts (Swart) egtelieden, welke
egtelieden sij comparanten ook wel seer weten dat bij den anderen hebben geteelt en nagelaten is, een soon en een dogter genaamt Evert Gijsbertsz Cos en Aaltje Gijsbertsz Cos, sijnde de voorn: Evert Gijsbertsz Cos so sij bij gerugt hebben
gehoort in de Jaare 1707 voor de Camer van Enckhuijzen gevaren naar Ootsindie en aldaar nu enige tijd geleden overleden, en de voorn: Aaltje Gijsberts Cos, getrouwt en woonagtig te sijn tot Sardam, en wijders comparanten seer wel weten dat uijt
het voorsz huijwelijk geen andere kintkinderen sig bevinden, en mitsdien dat de voorn: Aeltje Gijsberts Cos de enigste suster is van de voorn. Evert Gijsbertsz Cos.
- Dat comparanten ook wel weten dat de voorn: Rutje Lamberts (Swart) alvorens het voorgemelde huijwelijk met Gijsbert Evertsz Cos, getrouwt is geweest met Adriaen Gerritsz Jes uijt welk huijwelijk geteelt en nagelaten sijn twee kinderen, met
name Jan Adriaansz Jes mede requirant in dese, en Lambert Adriaansz Jes welke alhier overleden zijnde nagelaten heeft een enige soon genaamt genaamt Adriaan Lambertsz Jes, welke is de laasten requirant en sulks dat de voorn: Jan Adriaansz Jes,
mitsgaders de voorn: Adriaan Lambertsz Jes de enige halve broeder en halve broederssoon is van de voorn: Evert Gijsbertsz Cos. Verder geen andere broeders of susters soo hele als halve of descendenten van dien (zie ook A060 en A062),
tr. (2)
met Gijsbert Evertsz Cos.
tr. op 23-11-1698 te Huijsen; 2x f 3,- = f 6,-
met
Cornelis Jacobsz Bout, zn. van Jacob Gijsbertsz Bout en Neeltje Claes ,
geb. op 22-12-1675 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1699-55,
ged. Gereformeerde Gemeente op 22-12-1675 te Huijsen,
ovl. op 25-05-1700 te Huijsen; Koptienden Laatste: 1700-55,
begr. op 25-05-1700 te Huijsen; DTB-12-Begraven- Impost f 3,-,
, -
CORNELIS JAEP BOUTSZ
Huizen Koptienden (1699-55 1700-55):
1699-55: v. Tijmen Petersz Schram 1 Spt
1700-55: dit moet Tijmen Petersz wederom hebben
- op Dirck Anxsz 1 Spt
-
ONA-3716A056: 06-11-1698: Huwelijkse voorwaarden tussen Cornelis Jacobsz Bout jonghman geassisteert met zijn zwager Pieter Jansen Schram ter eenre en Marritje Adriaans jonghedoghter geassisteert met haar zwager Jan Verbeeck
-
ORA-184-3175; 25-04-1699: Tot curateurs over de boedel van de weduwe Gijsbert Evertsz Cos zijn gestelt Cornelis Jaep Boutsz en Jan Adriaensz
-
ONA-3718A026; 18-08-1700: Aaltien Adriaens weduwe van Gerrit Jacobsz de Jongh wonende binnen Huijsen verklaarde te hebben gemachtigd Lambert Rijcksz Lustigh haar schoonzoon neffens Rut Gerritsz Smit out-Buijrmr des dorps om te vorderen en te
vervolgen de erfenis die aan haar na het overlijden van Jacob Cornelissz nagelaten kint van Marritie Adriaans haar nicht verweckt bij Cornelis Jaap Boutsz zaliger als overgrootmoeder is aanbestorven. Ten dien eijnde de vooghden over het voorz
kint gestelt te interpelleren met betrekking tot de goederen die toendertijd bij wijlen Jacob Boutsen en zijn huijsvrouw des voorsz kints grootvader en grootmoeder
-
ORA-184-3175; 10-09-1700: Alsoo, Jacob Cornelisz, nagelaten minderjarige soon en erffgenaem van Cornelis Jaep Boutsz en Marritje Adriaens, deser werelt is comen te overlijden, en dat Aeltje Adriaens weduwe van Gerrit Jacobsz de Jonge
overgrootmoeder, en als naeste erffgenaem van deselve Jacob Cornelis desselfs vooghden heeft doen interpelleren en aennamen ten eijnde sijluijden aen de voorn. Aeltje Adriaens souden hebben te overhandigen alle soodanighe goederen als bij haar
overleden pupille nagelaten mochte sijn.. hebben goedgevonden aan Jacob Tijmensz @ Cornelis Killewigh als voogden over het voorz weeskind aen deselve Aeltje Adriaens alles te overhandigen.
Uit dit huwelijk:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Jacob | *1699 | Huijsen | †1700 | Huijsen; Impost f 3,- | 0 | 0 | 0 |
>